Ondernemers voor de omzetbelasting hebben recht op aftrek van de omzetbelasting die door andere ondernemers in rekening wordt gebracht. Het recht op aftrek is beperkt tot goederen en diensten die de ondernemer gebruikt voor met omzetbelasting belaste prestaties. Het Besluit Uitsluiting Aftrek (BUA) sluit de aftrek van omzetbelasting uit op relatiegeschenken en personeelsvoorzieningen, die beneden de kostprijs ter beschikking worden gesteld. Er geldt een drempelbedrag van € 227 per begunstigde voordat de aftrekbeperking in werking treedt. Met een eigen bijdrage van de werknemer voor een personeelsvoorziening werd tot en met 2023 rekening gehouden bij de beantwoording van de vraag of het drempelbedrag is overschreden. Door een besluit van de staatssecretaris van Financiën is dit met ingang van 2024 niet langer het geval. In het besluit staat dat het BUA de aftrek van een eigen bijdrage op de omvang van de personeelsvoorziening of het relatiegeschenk niet toestaat. De aftrek van de eigen bijdrage is de uitleg die de Belastingdienst aan het BUA heeft gegeven. Volgens het besluit geldt deze uitleg van de Belastingdienst met ingang van 1 januari 2024 niet langer. Dat betekent dat het drempelbedrag eerder wordt bereikt en de aftrekbeperking dus eerder in werking treedt.
Aanbevolen
Voor de heffing van omzetbelasting geldt als uitgangspunt dat iedere prestatie afzonderlijk wordt beoordeeld. Prestaties die economisch als één prestatie worden gezien mogen niet kunstmatig gesplitst worden. Onderling samenhangende
De staatssecretaris van FinanciËn heeft Kamervragen beantwoord over de btw-heffing over digitale popevenementen. Daarop is het hoge tarief van 21% van toepassing, terwijl op tickets het lage tarief van 9% van toepassing is. Elektronische diensten
Per 1 januari 2020 verandert de kleineondernemersregeling (KOR) in de omzetbelasting. De nieuwe KOR kent een omzetgrens van € 20.000. Ondernemers die onder deze omzetgrens blijven in een kalenderjaar zijn vrijgesteld van omzetbelasting en de
Een particulier, die in een andere lidstaat van de EU een nieuwe auto koopt, verricht in zijn woonland voor de omzetbelasting een intracommunautaire verwerving. Een auto is nieuw als deze binnen zes maanden na de eerste ingebruikname aan hem wordt